AIS

Een AIS is een apparaat dat werkt op basis van GPS en DSC (digital selectieve calling). Dat laatste mag je vergelijken met het sms-en met je smartphone.

Werking

De GPS in je AIS-apparaat weet jouw positie en zendt die via DSC-module naar een centraal punt. De andere schepen met AIS doen dat ook. Het centrale punt verzamelt de gegevens, maakt er mooi plaatje van en zendt die terug naar alle schepen met AIS. Jouw AIS ontvangt dat beeld en laat het zien op display en jij ziet op Je display alle schepen met AIS varen. Het is dus een soort radar voor alle schepen die AIS hebben. Nadeel is dat je de schepen zonder AIS niet ziet, want daarvan zijn geen gegevens bekend.

Identificatie

Om te weten te komen van welk schip gegevens afkomstig zijn, wordt bij het verzenden van de DSC berichten het MMSI (Maritime Mobile Service Identity)-nummer en roepnaam meegestuurd. Het MMSI-nummer van een onbemand AIS-station op zee, dat als doel heeft de veilige navigatie te bevorderen, begint met 99.

Verplichting

De meeste grote schepen (beroepsvaart) moeten op de daarvoor aangewezen vaarwegen een ‘inland’ AIS-apparaat aan boord hebben en gebruiken. Deze schepen moeten een ’inland’ ECDIS (elektronische waterkaart) hebben waarop de gegevens zichtbaar zijn. Doel van de International Maritime Organization (IMO) is dat uiteindelijk alle zeeschepen van 300 BrutoRegisterTon (BRT) of meer een IMO Class A-transponder aan boord hebben, die ook een repeaterfunctie heeft. Non-SOLAS-schepen (kleinere zeeschepen en jachten) kunnen een Class B-transponder gebruiken zonder repeaterfunctie.

Verplichting kleine schepen

ATS is niet verplicht voor kleine schepen maar als je ATS (of radar) hebt, moet je ook een marifoon hebben.

Geheugen

In het geheugen van de AIS-module worden vaste en variabele gegevens ingevoerd.

Statische (vaste) gegevens; deze mogen niet veranderd worden.

  • lengte en breedte van het schip;
  • Scheepstype; MMSI-nummer (Maritime Mobile Service Identity);
  • IMO-nummer;
  • Roepnaam. Dynamische (variabele) gegevens; deze moeten

regelmatig automatisch of door de schipper aangepast worden.

  • actuele positie;
  • actuele koers en snelheid;
  • diepgang;
  • lading;
  • haven van afvaart (vertrek);
  • haven van bestemming (kan ook door de bemanning aangepast worden);
  • verwachte tijd van aankomst: ETA (kan ook door de bemanning aangepast worden).

Techniek

Het AIS-signaal wordt via de VHF-frequenties 161.975 MHzen 162.025 MHz uitgezonden. Hoe vaak het wordt verstuurd, is afhankelijk van de snelheid van het schip: hoe langzamer het schip vaart, hoe langer de interval tussen twee berichten mag zijn, met een maximum van 3 minuten. Zeer snelle schepen verzenden hun gegevens om de 2 à 3 seconden. Een voorgeschreven IMO class A-transponder bestaat uit:

  • een GPS-ontvanger;
  • een VHF-zender;
    • drie VHF-ontvangers:
    • één voor digitale berichten (kanaal 70),
    • één voor MSlI-berichten AIS1 (kanaal 87),
    • één voor maritiem radioverkeer AIS2(kanaal 88).

Met behulp van een AIS-module kun je korte berichten zenden en ontvangen, zowel naar/van één schip als naar/van vele schepen tegelijk. Die berichten moeten wel betrekking hebben op de veiligheid van de navigatie. Ook een Vessel Traffic Service (verkeersbegeleidingssysteem) kan via VHF-kanaal 70 korte berichten versturen.

Registratie

Als de radioinstallatie aan boord van een schip wordt uitgebreid met een AIS-installatie moet je de AIS laten registreren. Een ‘gewone’ radar hoeft niet apart geregistreerd te worden.

Test je kennis

Je vragen worden geladen....